Gisterenmiddag is het belastingplan 2019 en het implementatievoorstel van de 1e EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking (ATAD 1) bij de Tweede Kamer ingediend. Hierna treft u een samenvatting van alle voorgestelde fiscale wijzigingen aan. Indien niet specifiek vermeld zullen de voorgestelde wijzigingen in beginsel ingaan per 1 januari 2019.
Corporate – internationaal – M&A
- Stapsgewijze verlaging van het VPB-tarief: 2018 2019 2020 2021
1e schijf 20% 19% 17,5% 16%
2e schijf 25% 24,3% 23,9% 22,25%
- Afschrijving op bedrijfsgebouwen in eigen gebruik in de vennootschapsbelasting is alleen nog mogelijk tot 100% van de WOZ-waarde.
- Afschaffing renteaftrek beperkingen voor bovenmatige deelnemingsrente (art. 13L) en bovenmatige overnamerente (art. 15ad) als gevolg van de invoering van de generieke earningsstrippingsmaatregel per 2019.
- Termijn voorwaartse verliesverrekening wordt verkort van 9 naar 6 jaar.
- Afschaffing beperking van de verrekening van houdsterverliezen (art. 20 lid 4) in combinatie met de invoering van de generieke earningsstrippingsmaatregel per 2019.
- Milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (VAMIL) wordt gehandhaafd. Dit geldt tevens voor energie-investeringsaftrek (EIA), echter wordt het EIA-aftrekpercentage verlaagd naar 45 (thans 54,4).
- De afdrachtvermindering in de dividendbelasting voor de fiscale beleggingsinstellingen (fbi’s) vervalt en mogen fbi’s niet langer direct in Nederlands vastgoed beleggen.
- Afschaffing van de fiscale aftrek van de vergoeding (coupon) van aanvullend tier 1-kapitaal van banken en verzekeraars.
Bronheffingen
- De Wet op de dividendbelasting 1965 wordt met ingang van 1 januari 2020 afgeschaft.
- In samenhang met de afschaffing van de dividendbelasting wordt per 2020 een bronheffing op dividenden aan gelieerde lichamen in laagbelastende jurisdicties en in misbruiksituaties ingevoerd. Het tarief is gelijk aan het hoogste tarief in de vennoot-schapsbelasting. In 2021 wordt een vergelijkbare bronbelasting op rente en royalty’s ingevoerd (separaat wetsvoorstel in 2019).
Implementatie 1e EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking (ATAD1)
- Earningsstrippingsmaatregel: deze maatregel beperkt de aftrekbaarheid van het saldo van rentelasten en rentebaten ter zake van derden- en concernleningen en daarmee vergelijkbare overeenkomsten tot maximaal 30% van de fiscale EBITDA van de belastingplichtige (safe harbour van € 1 mio).
- CFC-maatregel: oogmerk voor de invoering van deze maatregel is om te voorkomen dat bedrijven winst verplaatsen naar een dochtermaatschappij in een land met een laag belastingtarief. Een deel van het inkomen van de “controlled foreign company” of CFC moet aan de Nederlandse belastinggrondslag wordt toegevoegd indien sprake is van (i) belang van ten minste 50% in een buitenlandse vennootschap (controlled foreign company, CFC) of vaste inrichting, en (ii) de CFC in een laagbelaste jurisdicties – jurisdicties met een statutair tarief benden 7% – is gelegen of in een land dat is opgenomen op de EU zwarte lijst. Het passieve inkomen hoeft niet te worden opgenomen in de Nederlandse belastinggrondslag wanneer de CFC ‘wezenlijke economische activiteit’ uitoefent (toetsing vindt onder andere plaats aan de hand van een loonkostencriterium van € 100.000 en de eis van een kantoorruimte die gedurende ten minste 24 maanden ter beschikking staat).
- Exitheffing: bij grensoverschrijdende verplaatsing van ondernemingsactiviteiten vindt doorgaans een exitheffing plaats (in combinatie met een step-up in de lidstaat waar de activiteiten worden voortgezet). In EU-situaties heeft de belastingplichtige voortaan de keuze om direct af te rekenen dan wel de heffing over een periode van vijf jaar (thans 10 jaar) in termijnen te voldoen.